
Eind mei 2013 vond de eerste editie plaats van DRAAD, de politieke talkshow van Rotterdam. Deze maandelijkse avond bevat standaard een column, en ik trad deze avond op als columnist. Hiervoor schreef ik een column over het Stadsdestructief, en droeg deze op de avond zelf voor. De column is hieronder terug te zien vanaf minuut 42.
De column verscheen eerder in aangepaste vorm in het Rotterdams magazine Vers Beton, waarna ik deze herschreef voor DRAAD. De column kreeg on- en offline veel bijval, onder meer van de verantwoordelijke wethouder Louwes en gemeenteraadslid Jos Verveen.
- Mij inschakelen als columnist? Neem dan contact op!
Het Stadsdestructief
Terwijl vorig jaar heel Rotterdam groen kleurde vanwege het Stadsinitiatief, is het dit jaar een beetje een tamme bedoening. Er zijn opeens wat finalisten en een handvol overuren makende Twitter- en Facebookpagina’s, maar de pr-machine van vorig jaar heeft blijkbaar nog wat zand in de raderen. Afijn, stemmen kan pas vanaf 23 mei, dus wie weet dat de gemeente en de genomineerden de komende weken de blikken met confettikanonnen, paginagrote posters, liefelijke lobbyisten en radioreclames alsnog opentrekken.
(Niet dat dat er veel toe doet trouwens, want het Popkantoor en de Urban Hotspring zijn toch de gedoodverfde winnaars, maar goed, laten we voor de vorm toch even doen alsof er een strijd woedt, dat maakte de Amerikaanse verkiezingen ook een stuk draaglijker, terwijl iedereen van tevoren allang wist dat Obama glorieus zou overwinnen.)
Laat ik van deze radiostilte gebruikmaken om Korrie Louwes, van wie ik weet dat ze als verantwoordelijk wethouder altijd openstaat voor kritiek en suggesties, gratis het volgende concept aan de hand te doen voor de editie van 2014: het Stadsdestructief.
Het Stadsdestructief en het Stadsinitiatief worden samen een soort Yin en Yang om de stad in balans te houden. Want naast dat we een project uitkiezen dat er gaat komen, mogen we met het Stadsdestructief ook stemmen op een Rotterdams fenomeen dat als de wiedeweerga moet verdwijnen. Zo ontstaat er geen chaos van nieuwe initiatieven in de stad en zorgen we ervoor dat de kosten voor het ene gedekt worden met de bezuinigingen op het andere. Bovendien maken we de stad en passant nóg leuker. Een beetje manager zou zeggen: synergie! Holisme! 1+1=3!
Hoe werkt het? Tegelijkertijd met het inleveren van projecten voor het Stadsinitiatief mogen alle Rotterdammers voor het Stadsdestructief ook alle mogelijke zaken voordragen die grondig en snel geëradiceerd moeten worden. De designpakken van de Stadswachten, het alcoholverbod in het park, sociale-woningbouw in Historisch Delfshaven, Richard Moti als wethouder, dubbelparkeren op de Nieuwe Binnenweg, de megafoons op de verkiezingswagens van Leefbaar Rotterdam, het haar van Arno Bonte: anything goes voor het Stadsdestructief.
Uit alle nominaties kiest vervolgens een board vol notoire zuurpruimen, stellingnemers en criticasters (u merkt het al, ik stel me hierbij beschikbaar, hoewel Jules Deelder, Jan Rotmans en Francisco van Jole me ook prima kandidaten lijken) de 7 meest urgent te vernietigen Rotterdamse zaken uit. Deze board baseert zich hierbij onder meer op de negatieve impact op het dagelijks leven, onzinnige kosten die ermee gepaard gaan, verantwoordelijkheid van de gemeentebestuur voor het bestaan ervan, en draagvlak onder de bevolking. Hierna mag de bevolking – tegelijkertijd met de finale van het Stadsinitiatief – laten weten welk project het hardst moet verdwijnen. En aangezien het resultaat democratisch tot stand is gekomen, móet de winnaar zich wel neerleggen bij de consequenties. Tel uit je winst!
Vindt u dit een verschrikkelijk slecht plan? Geen probleem. U mag het Stadsdestructief gewoon nomineren voor het Stadsdestructief.