BOLDcast #4: Wie controleert de technologie?

boldcast-logo
Illustratie: Margriet Osinga

Algoritmes, camera’s, open data, smart cities: data & digitalisering is voor mij een terugkerende fascinatie, en dan vooral in het publieke domein. Het was daarom heerlijk om met gemeenteraadsleden Tim De Boer (Haagse Stadspartij) en Dennis Tak (PvdA Rotterdam) te praten voor de podcast van Leiden-Delft-Erasmus Centre for BOLD Cities. Want is de gemeenteraad wel in staat om al die ontwikkelingen bij te houden en goed te bevragen? Hun conclusie: nee, nee, nee.

Ook onderzoekers Miyabi Babasaki en Jiska Engelbert zijn aanwezig om te duiden hoe het ervoor staat in de politiek. Want waarom wordt heel die digitalisering als een gegeven gezien, en niet kritisch bevraagd?

De slimme stad mag geen automatische route zijn

Op 16 maart mogen we stemmen voor de gemeenteraad. Maar let hij ook op de rol van technologie in de stad? Dat bespreken we met Dennis Tak van PvdA Rotterdam en Tim de Boer van de Haagse Stadspartij. Daarnaast vertellen BOLD Cities-onderzoekers Miyabi Babasaki en Jiska Engelbert over hun onderzoek naar welke plek technologie heeft in de gemeenteraad. “Je ziet vanaf het begin de aanname dat we mee moeten in de digitalisering en dat we een behoefte hebben aan slimme steden.”

Dennis Tak is is gemeenteraadslid voor de PvdA in Rotterdam. In zijn functie als bankier bij de Rabobank helpt hij Nederlandse technologiebedrijven met het verkrijgen van financieringen. Tim de Boer is fractievertegenwoordiger voor de Haagse Stadspartij in de Haagse Gemeenteraad. Daarnaast is hij onderzoeker, publicist, architectuurcriticus, en docent.

Tim en Dennis, welke plek geven jullie technologie in je werk als gemeenteraadslid?

Tim: ik vind open data heel belangrijk. Bijplaatsingen van zwerfvuil worden door de gemeente heel nauwkeurig bijgehouden, maar die data wordt niet gedeeld met de buurt. Ook vergunningsaanvragen zijn vaak heel moeilijk te vinden, terwijl inwoners daar recht op hebben. Waar ik heel blij mee ben, is dat we nu een heus Wob-portaal hebben. Wob-verzoeken verdwenen altijd in een zwart gat, waardoor niemand wist wat er ingediend was. Ik heb daar vragen over gesteld, en de burgemeester heeft dat heel goed opgepakt.

Dennis: De overheid is vaak terughoudend, terwijl een open overheid ons in staat stelt om veel directer bij te sturen. Bij de verkoop van een recreatieoord wilden we weten hoe dat er financieel voor stond. Die data zit gewoon bij de gemeente, maar wij konden er niet direct bij. ‘Marktgevoelige informatie’, zei de gemeente. Maar de jaarverslagen van vakantieparken zijn openbaar, dus ik heb er drie daarvan opgestuurd. Daarna werd die data openbaar.

Wat wil je de komende periode realiseren?

Dennis: Ik ben echt een technologie-optimist, van huis uit misschien ook wel een nerd. De gemeente moet volgens mij technologie vooral omarmen. Zelfs een bijstand aanvragen is nu nog een proces uit de jaren ’90. Als gemeente lopen we achter op het bedrijfsleven.

Tim: Ik ben meer een criticus. Er zijn goede voorbeelden van de inzet van technologie, zoals voor het onderzoeken van welke kruisingen het meest onveilig zijn. Dat is hartstikke mooi. Maar overal camera’s en slimme sensoren, dat is niet de stad die ik zou willen. En als we algoritmes gebruiken, dan moet inzichtelijk zijn waar die op gebaseerd zijn. Welke gegevens gaan erin, wat wordt ermee gedaan, wat komt eruit? En weten mensen die hiermee werken dat hun gegevens gebaseerd zijn op een algoritme?

Jullie zijn allebei goed op de hoogte van wat technologie kan. Geldt dat ook voor de rest van de gemeenteraad?

Dennis: Laatst stonden we uitgebreid stil bij algoritmes. Dan merk ik dat die discussie heel erg aan de oppervlakte blijft. We zouden veel meer de verdieping moeten kunnen maken, want het gaat over de kern van wat we doen: onze dienstverlening als gemeente eigentijds en goed maken, zodat we we onze burgers en stad vooruit helpen. Maar ja, er zijn veel onderwerpen sexyer dan ‘de gemeente digitaliseren’. En het heeft ook veel te maken met de persoonlijke affiniteit van raadsleden.

Tim: Ik herken dat dit onderwerp in de raad onderbelicht is. We discussieerden recent over de overstap naar de cloud. Je bent daarin aangewezen op de grote drie: Amazon, Google en Microsoft. Veel kun je daar als gemeente niet aan doen, dat maakt het minder interessant en vooral heel ingewikkeld.

Hoe kun je de aandacht voor technologie in de raad groter maken?

Dennis: Neem het verstrekken van gratis laptops aan kinderen uit achterstandsgezinnen. Daar wordt technologie ook politiek: wil je digitalisering bevorderen, ook bij mensen die geen geld hebben? Ik probeer het college van burgemeester en wethouders ook uit te dagen slimmere oplossingen te bedenken. De gemeente int bijvoorbeeld niet automatisch de logiebelasting die AirBnB moet betalen. Dat gaat om enkele tonnen per jaar. Ik belde AirBnB, die hadden het contract al klaarliggen, maar dat lag stof te happen bij de gemeente. Ik heb de wethouder drie keer achter zijn broek aangezeten, en toen was het geregeld.

Tim: Ik vind het heel belangrijk om te wijzen op de grenzen van de technologie. Ik heb zoiets met urgentieaanvragen voor sociale woningen gehad. De wethouder heeft de digitaliseringsslag ingezet, dus je kunt die woningen alleen online aanvragen. Maar de doelgroep hiervan is heel kwetsbaar en vaak niet digitaal onderlegd. Er was een man zonder armen en benen die op vier hoog woonde, en die kon digitaal geen urgentie aanvragen. Dan kun je wel een heel hip filmpje maken voor op YouTube over hoe dat moet, maar dat helpt niet.

Miyabi Babasaki, jij onderzoekt voor het Centre for BOLD Cities de plek van technologie in de raad en ploos daarvoor onder meer een decennium aan raadsstukken uit, zoals van de gemeente Rotterdam en Den Haag. Wat zijn je eerste bevindingen?

Miyabi: Je ziet vanaf het begin de aanname dat we mee moeten in de digitalisering en dat we een behoefte hebben aan slimme steden. Die aannames worden neergezet als feitelijkheden, de baseline waarop alle discussies worden gevoerd.

Tim: Ik herken de aanname dat digitalisering of de smart city automatisch iets goeds is. Dat is ook logisch, want je hebt allerlei enthousiaste mensen die dat pushen. Dat zijn ook vaak de mensen die er niet kritisch naar kijken. We hebben in Scheveningen een Smart City Lab, daar is niet de vraag ‘wat betekent dit?’, maar eerder de vraag ‘hoeveel meer sensoren kunnen we er nog aan hangen?’.

Dennis: De slimme stad mag geen automatische route zijn, we moeten dat willen voor een bepaald doel, de dienstverlening voor burgers in de stad verbeteren. Leiden ontwikkelingen ook daadwerkelijk tot die verbetering? We hebben gezien wat de keerzijden zijn van algoritmes en blind geloven in digitale dienstverlening.

Miyabi: Het is pas van de afgelopen jaren dat er een toename is van ethische vragen in de raad over technologie, zoals over de inzet van camera’s en sensoren. Moeten we dit wel willen? De Haagse Stadspartij is daar vaak bij betrokken, maar ook GroenLinks, SP en PvdA. De hieraan gelinkte discussies en thema’s gaan alle kanten op: van algoritmegebruik binnen de gemeentelijke dienstverlening tot het verbeteren van de concurrentiepositie van Den Haag of Rotterdam. Die thema’s worden door heel veel verschillende commissies besproken en zitten in portefeuilles van veel verschillende wethouders, waardoor het gesprek heel gefragmenteerd plaatsvindt. Als de gemeenteraad dan iets agendeert, dan gaat het vaak over details, dus slechts een deel van het gesprek, en niet het geheel.

Dennis: Die fragmentatie is zeker herkenbaar, met allemaal apart georganiseerde clusters. Dat is ook precies de reden dat Rotterdam een Chief Digital Officer heeft aangenomen en dat één wethouder ook wethouder digitaal is. Maar het moet nog groeien.

Jiska Engelbert, jij bent ook betrokken bij het onderzoek van Miyabi en maakt je al lange tijd druk over de plek van technologie in de stad. Waarom?

Jiska: We zeggen te makkelijk dat we via data kunnen zien wat er onder de motorkap van de overheid gebeurt. Maar dat is vooral iets voor techneuten. Het gesprek wordt amper gevoerd over de grotere vraag wat voor stad je wilt zijn. We moeten niet alleen naar de problemen van de auto kijken, maar ons ook afvragen of we überhaupt wel een auto willen. Te makkelijk wordt digitalisering gezien als een tsunami die op ons afkomt en waar we wat mee moeten. Dat is een aanname die nergens wordt bevraagd.

Dennis: Daarom is het onwijs belangrijk dat een gemeente zelf een heel stevige digitale organisatie heeft die de technologie begrijpt, trends ziet aankomen, en zelf een visie kan ontwikkelen ten gunste van de burgers. De gemeente is nu nog vaak te naïef. Neem deelscooters. Daarmee wordt heel veel waardevolle data verzameld over mobiliteit in de stad. De gemeente Rotterdam is nu nog te verlegen om met de vuist op tafel te slaan en te zeggen ‘die data is van ons, dat mag niet jullie verdienmodel worden!’.

Jiska: Maar je kunt ook de vraag stellen of wij wel een stad willen zijn voor digitale platformeconomieën en hun verdienmodel. Willen we daar wel onze publieke ruimte voor opofferen? Want het levert ook ontzettend veel overlast op door waar deelscooters hinderlijk geparkeerd staan. Die deelscooter is nu makkelijk de stad is binnengekomen, ook omdat er de ambitie was voor groene, duurzame mobiliteit. Maar tegelijkertijd is hiermee makkelijk een plek gemaakt voor een privaat commercieel verdienmodel in de publieke stad.

Tim: Bovendien zie je dat een hele groep mensen op de deelscooter stapt in plaats van op de tram. Daardoor wordt het openbaar vervoer duurder om te organiseren, en dat merken de mensen voor wie deelvervoer veel te duur is.

Wat nemen jullie mee uit dit gesprek?

Tim: Ik zie zeker de meerwaarde van technologie. Alleen zie ik ook de negatieve kanten van die platformeconomie, waarbij een partij een enorme schaalgrootte probeert te bereiken en dat de stad hier de prijs voor betaalt. Eigenaarschap van de data en het platform is heel belangrijk, dat neem ik mee. En misschien dat we de komende periode ook een commissie Digitalisering moeten krijgen, waarbij al de aspecten van technologie op tafel komen, zodat je beter een richting kunt bepalen.

Dennis: Ik vind het goed om te horen hoe Tim kijkt naar technologie. Hij verwoordt hoe veel mensen in de samenleving naar technologie kijken. Daar moet ik mijn ogen voor openhouden.

Jiska, wat wil jij meegeven aan deze twee raadsleden?

Jiska: Blijf de plek en rol van technologie agenderen in de raad. Stel vragen bij de algemene acceptatie en het schijnbaar apolitieke karakter daarvan. Het is aan jullie om die vanzelfsprekendheden te bevragen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *