Columnist bij het VNG Jaarcongres: troonrede over de participatiemaatschappij

Columnist bij VNG Jaarcongres
Columnist bij VNG Jaarcongres

Kim Putters, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), werd gevraagd door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) om een presentatie te geven tijdens het jaarcongres van deze vereniging. Hierbij verzamelden, onder voorzitterschap van Annemarie Jorritsma, zo’n 2.500 burgemeesters, wethouders en gemeenteraadsleden zich in Hendrik Ido Ambacht.

Putters wilde met zijn presentatie laten zien wat er voor nodig is om naar de – door de overheid gedroomde – participatiesamenleving te gaan, en welke valkuilen daarbij komen kijken. Omdat ik eerder een column voor hem had geschreven over dit onderwerp, vroeg Putters mij om deze in aangepaste vorm nogmaals voor te dragen. In de column vertel ik, in de vorm van Koningin Amalia bij haar eerste troonrede, hoe de samenleving er anno 2040 uit kan zien als de participatiesamenleving écht doorzet. Zij heeft daarbij goed nieuws! (foto via Dorien Zandvliet)

(column start op 5.58)

Leden van de Staten-Generaal,

Nu ik mij, Koningin Amalia, vandaag, op 17 september 2040, voor het eerst op Prinsjesdag tot u mag richten, wil ik allereerst enkele woorden tot mijn vader spreken. Willem-Alexander, koning, pappa: bedankt voor uw nimmer aflatende moeite om de participatiesamenleving mogelijk te maken. Ik weet dat u vandaag meekijkt vanuit kasteel Drakensteyn. U bent daar in de goede handen van mijn zussen Alexia en Ariane, die omstebeurt uw lakens vervangen, kussens opschudden, nachtpo legen en – mits u zich goed gedraagt – u een oude jenever inschenken.

Leden van de Staten-Generaal,

Ik hoor het mijn vader nog zeggen, toen hij zijn eigen eerste troonrede hield in 2013. Ik pak de tekst er even bij. “De klassieke verzorgingsstaat verandert langzaam maar zeker in een participatiesamenleving”, zei koning Willem-Alexander toen. Hij meldde vervolgens: “Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving.”

Nou, dat hebben we geweten.

Ik herinner mij nog goed dat ik mijn eigen zoon, Alexander-Willem-Claus-Bernhard, zelf op de wereld moest zetten. Nu word je als Koningin op veel voorbereid, maar zelf weeën opwekken en een navelstreng doorknippen waren nieuw voor me.

Nu heb ik het nog makkelijk, want Alexia en Ariane zorgen goed voor me. Maar als ik jaarlijks het land inga tijdens Koningsdag, dan hoor ik veel schrijnende gevallen. Oh, wat schrok ik toen een vrouw me vertelde dat zij een open-hartoperatie moest uitvoeren bij haar buurman, gewapend met enkel een roestige spatel en een theedoek. Of wat te denken van de man die blind werd en noodgedwongen zijn papegaai moest opleiden tot blinde-geleidehond?

Leden van de Staten-Generaal,

We gaan het onder mijn leiding daarom anders doen. De zorg draaien we om. Vandaag zeg ik u: de klassieke participatiesamenleving verandert langzaam maar zeker in een verzorgingsstaat. Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd te stoppen met zich verantwoordelijk te voelen voor zijn of haar eigen leven en omgeving.

De overheid gaat daarom met de volgende actiepunten aan de slag.

Ten eerste openen we gebouwen waar mensen naartoe kunnen die ziek zijn. In die gebouwen lopen specialisten rond die opgeleid zijn om ziektes te genezen. We noemen dit ziekenhuizen. U hoeft dus niet meer uw eigen voet af te zetten met een kartelzaag, in uw schuurtje medicijnen te brouwen tegen malaria, of een nier uit het lichaam van uw buurman te rukken om die van uzelf te vervangen. Sterker nog: als het probleem acuut is, dan wordt u opgehaald met een speciale auto: de ziekenwagen.

Ten tweede wijzen we gebouwen aan waar oudere mensen naartoe kunnen die hulp nodig hebben. In die gebouwen zijn medewerkers aanwezig die helpen bij de verzorging en het eten. We noemen dit verzorgingstehuizen. U hoeft dus niet meer uw hulpbehoevende partners of ouders tot hun dood in huis te nemen en te verzorgen. Wel mag u altijd bij hen op bezoek gaan in die verzorgingstehuizen, hoewel de geschiedenis leert dat u dit niet al te vaak zult doen.

Ten derde reserveren we stukken grond voor het begraven van mensen die overleden zijn. Er zijn daar ook medewerkers aanwezig die van tevoren het gat graven en de bloemen water geven. We noemen dit begraafplaatsen. U hoeft dus niet meer uw weggevallen oud-tante in de sloot te laten zakken, door de worstmolen te halen, of te verstoppen in de vriezer op het balkon.

Leden van de Staten-Generaal,

Om de kracht en kwaliteit van onze samenleving vast te houden, zijn veranderingen noodzakelijk, die voor iedereen dragelijk moeten zijn. U mag zich in uw zware taak gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.

Oja, Alexia en Ariane, ik weet dat jullie meekijken, dus even voor de zekerheid: jullie regelen deze maand de luiers voor grootmoeder Bea, toch?

6 reacties

  1. Marko zegt:

    Was het niet zo dat we op weg zijn om 70% belasting te betalen omdat de zorgkosten zo gierend uit de hand lopen? Misschien dat mensen zoals bovenstaande columnist vrijwillig 70% kunnen afdragen. Ik heb graag ook nog wat geld over om te kunnen leven in plaats van alles af te dragen aan zorg, opvang, minder bedeelden, kwetsbare groepen, kansarme jongeren, tienermoeders, asielzoekers, kunst, cultuur, bouwgrond, banken, gemeentes, enz enz. Er zit wat mij betreft een grens aan solidariteit. Die grens word bereikt als het geld op begint te raken bij de gewone werkende man of vrouw.
    Op dit moment heeft iemand met een uitkering en alle toeslagen in sommige gevallen al meer dan iemand die werkt. Jongeren moeten het pensioen betalen van de ouderen terwijl ze zelf naar hun pensioen kunnen fluiten. De zorgkosten reizen de pan uit en de politiek blijft maar uitdelen.

  2. De Leeuw zegt:

    Vught, 19 september 2040

    Geachte Koningin Amalia,

    Graag reageer ik hierbij op uw troonrede van 18 september 2014 jongstleden. (U moet zich vergist hebben in de datum aangezien de 17e op een maandag viel. De zorg voor uw moeder is u wellicht teveel geworden?) Het onderwerp gaat me zeer aan het hart en ik heb via de media vernomen dat u vele tegenstanders hebt. Vandaar deze brief aan u.

    Tegenstanders van de verzorgingsstaat in de jaren ’10 betoogden destijds dat de verzorgingsstaat een halt toegeroepen moest worden als gevolg van de steeds hoger oplopende kosten hiervan. De kosten zouden dusdanig hoog zijn oplopen dat ‘de gewone werkende man/vrouw’ onevenredig veel hiervoor moest betalen. Inderdaad is gebleken dat de verzorgingsstaat de gewone man inderdaad veel geld kostte. Wellicht teveel. Maar deze tegenstanders konden toen nog niet bevroeden dat de participatiemaatschappij dezelfde gewone man nog meer zou gaan kosten. Niet in termen van euro’s, maar in termen van welvaart.

    Hoewel de financiële lasten voor de Nederlandse burger daalden gedurende de tijd van de participatiemaatschappij, daalde ook het welvaartsniveau. Waar in de tijd van Koningin Beatrix de kosten voor medische, geestelijke en sociale zorg werden bekostigd uit o.a. financiële middelen van de gewone burger, nu moest diezelfde zorg in de tijd van uw vader Koning Willem-Alexander uitgevoerd worden door diezelfde gewone burger. De gevolgen hiervan beschreef u in uw troonrede. Deprofessionalisering van de zorg was het gevolg, waardoor er nóg meer misstanden in de zorg plaatsvonden en mensen met een (verstandelijke) handicap onmenselijk behandeld werden. De Westerse maatschappij werd steeds minder een maatschappij om trots op te zijn. Niet omdat ‘de gewone man’ de zorg niet wílde uitvoeren, maar omdat hij het simpelweg niet kón vanwege een gebrek aan expertise en tijd daarvoor. Daarnaast lag overbelasting op de loer, omdat de zorg voor de hulpbehoevende buurvrouw, moeder, grootvader of kinderen erg veel tijd opeiste. Landgenoten hadden niet meer de vrijheid om hun vrije tijd naar eigen believen in te delen. Kortom: de welvaart daalde in de tijd van de participatiesamenleving, ook al had men financieel meer te besteden. Daarom, Koningin, draag ik met u de nieuwe verzorgingsstaat een warm hart toe. Leve de verzorgingsstaat!

    Hoogachtend,

    S. de Leeuw, sociaal pedagogisch werker (56 jaar)

  3. De Leeuw zegt:

    De autocorrectiefunctie is in tweeduizendveertig nog net zo bedroevend als in tweeduizendveertien, zo blijkt uit mijn eerdere bericht. Uw troonrede vond natuurlijk NIET plaats op 18 september 2014 jongstleden (zoals eerder door mij vermeld) maar op 18 september tweeduizendenveertig jongstleden. Of course…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *